De toverachtige zangers van ‘Agrippina’ ontroeren ondanks volvette regie

Er zat welgeteld één leuke grap in de Agrippina die zondag bij De Nationale Opera in premiere ging. Het moment dat Nerone, opgehitst door zijn machtswellustige moeder, zich tot het Romeinse volk wendt om zijn populariteit op te krikken, stapte countertenor John Holiday de zaal in en slijmde rechtstreeks tegen de premièrebezoekers hoezeer hij meeleefde met hun bittere armoede. Bijtende spot naar dit publiek, die goed past bij het satirische karakter van Händels werk. Een opera seria is het, serieus drama, maar óók rijk aan vileine ironie.

Nogal zonde dus dat dit veelkantige werk zo tergend vaak verviel in theater van de lach van matig niveau. Nu zit dat zeker óók in het libretto, en is de onderbroekenlol niet volledig op de het conto van regisseur Barrie Kosky te schrijven. Maar echt goed theater van de lach, bleek maar weer, is verdomd lastig. En dit was te vaak infantiele humor waar ze zich op de braderie voor zouden schamen. In de categorie ‘mannen die struikelen met de broek op de enkels’. (Al vond, dat moet gezegd, een aanzienlijk deel van de zaal het evengoed hilarisch.)

En wat werd alles vet aangezet. Wie wanhoopte trok zich de haren uit het hoofd, wie blij was deed een vreugdedans, steeds opnieuw. Een parodie op opera-acteren. De regie leek steeds eindeloos naar het publiek te knipogen: ‘Snapt u hem? Ja? Snapt u hem echt? Hier: Agrippina zingt dat ze vrienden wil zijn met Poppea, maar dat wil ze eigenlijk dus níet!’

Een regie met de subtiliteit van een voorstelling van André Rieu, maar dan zonder het vakmanschap van écht goed volksvermaak.

Het enige wat Kosky leek te doen om zijn interpretatie een interessante laag mee te geven, was het geheel situeren in een minimalistisch duister. De zangers bewogen zich om en door een stalen constructie waarin ze ongemeen kil werden uitgelicht. Het zal een commentaar zijn op de lege wereld van de macht. Alleen, als dit de enige gedachte is, valt vooral op hoe uitgekauwd die beeldtaal is. Net als overigens het eindeloze getrek aan stropdassen en het dansen op barokaria’s alsof het pop-muziek is: we hebben het allemaal zo vaak gezien, en Kosky doet er niets nieuws mee. Lui en gemakzuchtig. (Terwijl je met zangers in moderne outfits rondom een reusachtige zwarte doos een geweldige voorstelling maken: zie de productie van Giulio Cesare afgelopen seizoen, dat visueel uit hetzelfde vaatje tapte, maar wél fonkelde van een frisheid aan ideeën.)


Lees ook
Händels ‘Giulio Cesare’ als rauw en actueel psychodrama

Scène uit Händels <strong>Giulio Cesare</strong> met Julie Fuchs (Cleopatra) en Jake Ingbar (Nireno) bij De Nationale Opera. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/de-toverachtige-zangers-van-ac280c298agrippinaac280c299-ontroeren-ondanks-volvette-regie.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Het best was de voorstelling zonder twijfel op de momenten dat het volvette over-acteren een klein tandje werd teruggeschroefd, en de zangers de kans kregen hun aria ongehinderd te vertolken zoals ze dat zo waanzinnig goed kunnen. Claudio’s bas (Gianluca Buratto) drukte rauwe macht uit. De charismatische Mezzo Stéphanie d’Oustrac zette met haar doorleefde stem een krachtig prachtige Agrippina neer. De wendbare, ronkende musici in de bak onder leiding van Ottavio Dantone ademden als één met de zangers.</p>
<p>En de tijd stond wel degelijk stil op de momenten dat Poppea (Ying Fang) Ottone (Tim Mead) troostte, toen ze eindelijk hand in hand hun liefdesduet zongen, toen Nerone (John Holiday) met zijn waanzinnige colloraturen strooide, en toen Ottone door god en iedereen verlaten zijn wanhoop beklaagde. Toverachtig mooi. </p>
<p>Aan het slot deed Kosky een goede ingreep: hij verving het jubeleinde met een stemmig instrumenteel stuk uit Händels oratorium <em>L’Agllegro, il Penseroso ed il Moderato</em>. Agrippina blijft achter op het toneel. Alleen. Ze heeft haar zin. Maar tegen welke prijs? Een zeldzaam moment van psychologische complexiteit. Dat het motortje van de zakkende luxaflex hinderlijk door de laatste, feeërieke orkestmaten heen bromde (Snapt u hem? De luiken gaan dicht, want het verhaaltje is nu uit), vatte deze voorstelling in één beeld samen.</p>
<p><dmt-util-bar article=